In de klas

In het lerend netwerk STEM voor de basis hanteren we dit model als visualisering van een goede STEM-leraar in het basisonderwijs

Dit model vertaalt zich in aandachtspunten voor de professionalisering van leraren die we dan ook inzetten in het vormingsaanbod van het lerend netwerk.  

In het model vormt de fysische wereld het vertrekpunt. 

Daarbovenop ligt een schil met succesfactoren, waarbinnen zich drie hoekstenen bevinden voor een leraar basisonderwijs die krachtig STEM-onderwijs toepast. 

Als leraar doe je dit met het oog op de ontwikkeling van STEM-geletterde kinderen met sterke 21e-eeuwse competenties en een positieve houding tegenover STEM


Lees hieronder verder en kom meer te weten over de verschillende delen van het model! 

Je krijgt op die manier een goed beeld van wat je verwacht wordt te doen als leraar kleuter- en lager onderwijs om STEM op een krachtige manier vorm te geven voor alle kinderen in de klas


De fysische wereld als vertrekpunt

De fysische wereld staat centraal in STEM-onderwijs. 

Dit is de wereld van de levende natuur, de niet-levende natuur en alle technische realisaties (systemen).  

Al sinds zijn ontstaan wil de mens deze fysische wereld doorgronden, gebruiken en verder ontwerpen om eigen noden en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. 

De fysische wereld is de wereld waar kinderen zich net zoals wetenschappers, ingenieurs, ... over verwonderen. Deze wereld van wetenschappen, techniek, engineering en wiskunde behoort tot hun dagelijkse realiteit. 

De doelstellingen van STEM-onderwijs

Als leraar stel je de fysische wereld centraal in STEM-onderwijs en wil je ertoe bijdragen dat ieder kind deze wereld leert begrijpen, er vaardig leert mee omgaan en er een positieve houding tegenover ontwikkelt. 

We willen dat kinderen uitgroeien tot STEM-geletterde burgers. Dit houdt in dat kinderen wetenschappelijke, technische en wiskundige inzichten en vaardigheden opbouwen en deze leren inzetten om complexe, levensechte uitdagingen op te merken en op te lossen. Dit gebeurt in interactie met 21e-eeuwse competenties, zoals kritisch en creatief denken, communiceren en samenwerken. Daarbij hoort ook dat we kinderen stimuleren in hun 'goesting' in STEM via attitudes zoals passie en verwondering en dat we hen inzicht bijbrengen in de maatschappelijke relevantie van STEM. 

(Departement Onderwijs & Vorming, 2015)

De leraar is de cruciale sleutelfiguur om deze doelstellingen na te streven. 

Attitudes als voorwaarden voor succesvol STEM-onderwijs

In de schil vinden we een aantal succesfactoren. Dit zijn attitudes van de leraar die garantie bieden op succes bij het vormgeven van STEM-onderwijs. 

Het gaat er om dat leraren: 

  • zin hebben in, verwonderd zijn over, passie hebben voor en nieuwsgierig zijn naar de reële fysische wereld en dat ze deze attitudes voorleven voor de kinderen;
  • (zelf)vertrouwen en durf hebben op gebied van STEM en STEM-onderwijs zodat ze zich competent voelen om mee te stappen in het onderzoeks- en ontwerpproces van de kinderen;
  • zich bewust zijn van diversiteit op gebied van de achtergrond van de kinderen, maar ook de verschillende ideeën die de kinderen maar ook zijzelf kunnen hebben over de fysische wereld;
  • leerbereidheid tonen om meer te weten te komen en hierin het voorbeeld geven aan de kinderen. 

We kunnen veronderstellen dat over hoe meer van deze attitudes je beschikt als leraar, hoe hoger de kans is dat je je doelen bereikt. Deze attitudes kunnen groeien naarmate een leraar meer ervaring en inzichten heeft in STEM en STEM-onderwijs, maar ze vragen ook een volgehouden inspanning. 

De drie hoekstenen van de STEM-leraar

Er zijn drie hoekstenen voor een leraar basisonderwijs die goed STEM-onderwijs toepast. 

De eerste twee hoekstenen tonen dezelfde doelstellingen als voor de kinderen, maar op niveau van de leraar. De laatste hoeksteen staat voor de vertaling naar de praktijk, met andere woorden het gaat om de didactische sterkte van de leraar. 

1/ De STEM-leraar is STEM-geletterd

2/ De STEM-leraar beschikt over 21e-eeuwse competenties

3/ De STEM-leraar is didactisch onderlegd om STEM in de eigen praktijk te brengen. 

De leraar brengt STEM in de praktijk

STEM in de klas staat of valt met de leraar. 

(1) In de eerste plaats moet de leraar goed de doelen van STEM-onderwijs kennen. 

(2) Een leraar moet over de nodige didactische inzichten en vaardigheden beschikken om de STEM-doelen bij de kinderen te ontwikkelen. 

We spreken hier bewust niet van dé STEM-didactiek. STEM wordt in de klas gebracht via verschillende elementen van goed onderwijs die je als leraar moet toepassen en inpassen in de eigen praktijk en schoolcontext. 

We bundelen deze elementen onder vier didactische pijlers die in relatie staan tot elkaar om goed STEM-onderwijs te realiseren.  


Via dit leerpad kan je je verdiepen in (1) de doelen van STEM-onderwijs (wat is STEM?) en (2) kan je je didactische sterkte aanscherpen (hoe doe je aan STEM?). In het leerpad gaan theorie en praktijk hand in hand. 


STEM voor alle kinderen

Als STEM-leraarsleutels ben je in staat om STEM in de praktijk te brengen binnen de eigen specifieke klas- en schoolcontext

We onderscheiden een aantal sleutels die kunnen helpen om STEM-onderwijs toegankelijk te maken voor alle kinderen en hen te kunnen ondersteunen bij hun ontwikkeling van de STEM-doelen. De sleutels vormen aandachtspunten op niveau van de kinderen, maar ook op niveau van de leraren. 


Je kan de sleutels hier downloaden als geheugensteuntje voor een inclusieve klaswerking voor STEM. In het leerpad vind je ook nog didactische tips om in te spelen op meertalige kinderen in STEM-onderwijs.